Vraag & Antwoord

Tijdens presentaties, webinars en andere onlinebijeenkomsten worden in chats vragen gesteld. Sommige vragen in de chat worden direct beantwoord door de deelnemers aan de bijeenkomst, andere vragen blijven vanwege de beperkte tijd liggen en worden door ons verzameld om ze op een later tijdstip te beantwoorden. Hieronder hebben we de vragen met de antwoorden uit de laatste categorie per bijeenkomst vermeld.

Presentatie onderzoek basisonderwijs, 26 mei 2021

Scholen noemen vooral behoefte aan betere randvoorwaarden, vooral de scholen die al gevorderd zijn. In het vervolg van het programma zullen we hier sterker aandacht aan geven. Wat we weten is dat contextfactoren hier erg van belang zijn.
Als verwijzing relatief veel geld kost (of als die middelen er niet zijn) is het al snel een noodzaak. Dat geldt ook in samenwerkingsverbanden waar verwijzingspercentages (te) hoog zijn. Maar er zijn bijvoorbeeld ook scholen die hun zorgbreedte willen verbreden maar dit niet kunnen, omdat zij de middelen niet krijgen (van hun bestuur of samenwerkingsverband) om dit te doen (bijvoorbeeld omdat andere speciale scholen hier op dit moment in voorzien).
Financiering van benodigde expertise of ondersteuningsprogramma's is cruciaal bij de ontwikkeling van inclusiever onderwijs. Er zijn diverse modellen in omloop in landen die voorop lopen in deze ontwikkeling. Behalve keuze voor een passend model, speelt ook het kunnen beschikken over extra middelen gedurende de tijd dat het stelsel transformeert naar een inclusiever systeem. Gebeurt dat niet, dan is er een grote kans dat speciaal en regulier onderwijs lokaal/regionaal tegenover elkaar komen te staan en een gemeenschappelijk ontwikkelproces stopt.

Circa de helft van de basisscholen heeft in het onderzoek suggesties gedaan voor praktijkontwikkeling en het oplossen van belemmeringen/knelpunten die zij tegenkwamen bij het werken aan inclusiever onderwijs. De rapportage gaat daar uitgebreider op in.

Het onderzoek is hier niet specifiek op gericht geweest. Het onderzoek hebben we gedaan bij basisscholen die werken aan inclusiever onderwijs. Wij hebben in dit onderzoek geen scholen geïncludeerd die niet werken aan inclusiever onderwijs. We kennen wel de motieven van implementerende scholen (zie de rapportage) en zullen ook nader studie maken van redenen van scholen om niet te werken aan inclusiever onderwijs. Overigens laat het onderzoek wel zien wat factoren zijn die maken of scholen overwegen hun zorgbreedte verder te vergroten.
Visie alleen is niet voldoende hiervoor voor de meeste scholen, randvoorwaarden zijn super belangrijk. Het rapport gaat hier verder op in. Ook is nagegaan welke achtergrondkenmerken met posities samenhangen (let wel, dat is niet hetzelfde als 'verklaren'). Op basis van ander onderzoek is hierover wel meer te zeggen. Van harte bereid om hierover door te praten.

Belangrijke vraag en ook voor ons in het ondersteuningsprogramma en het onderzoek een thema waar we bijzondere aandacht aan geven samen met JongPIT. In Nederland is dit een onderbelicht thema. We hebben in onze onderzoeksgroep juist daarom speciale expertise op dit gebied (professor Kiki Messoui, University of Southampton). In de (voorhoede)scholen in Nederland zijn er verschillende die hier aandacht voor hebben (gehad), we kunnen je daarmee in contact brengen.

Ons onderzoek is daar niet op gericht. Deze vraag is vrij algemeen dus wat moeilijk te beantwoorden, maar hier is zeer veel over bekend, ook in Nederland; al vanaf de jaren negentig is hier ervaring mee opgedaan. Misschien handig om hierover contact op te nemen met JongPIT.

Onlinesessie #wio2021 in Sint-Oedenrode, 29 september 2021

Die is er zeker. Alle kinderen hebben profijt van deze aanpak. Leerkrachten zijn sterk gericht op een goed pedagogisch basisklimaat en kunnen goed omgaan met verschillende leerstijlen en onderwijsbehoeften. Daarmee krijgt elk kind de aandacht die het nodig heeft. De kinderen leren ook opgroeien met verschillende talenten en mogelijkheden van andere kinderen en zijn meer gericht op elkaar helpen en van elkaar leren.

De gescheiden budgetten voor onderwijs en jeugdhulp maken het lastig om, als dat nodig is, een samenhangend aanbod van onderwijs en zorg voor een kind in te zetten. Gelukkig komt de gemeente Meierijstad daar voor een deel al aan tegemoet door voor de eerste zes weken mandaat te geven aan de scholen/kinderopvang om die hulp snel in te zetten. Voorts is er voor de ondersteuning van leerlingen met specialistische ondersteuningsbehoeften op een reguliere school niet per definitie extra budget beschikbaar. Als zij naar het speciaal onderwijs zouden gaan, zou dat wel zo zijn. Het samenwerkingsverband biedt vaak extra budget in de vorm van een arrangement, maar als het kind uit een belendend samenwerkingsverband afkomstig is (wat vaak het geval is door de aanzuigende werking van inclusievere scholen) is dat in principe meestal niet beschikbaar. Scholen me veel leerlingen met specialistische ondersteuningsbehoeften komen financieel dan soms klem te zitten.

Uit een landelijk onderzoek blijkt dat leerkrachten op inclusievere scholen vaak minder werkdruk ervaren! Dat komt voornamelijk doordat op inclusievere scholen vaak veel meer het accent ligt op onderwijsondersteuning als een collectieve teamverantwoordelijkheid. Voorts wordt er in de hele school gewerkt volgens dezelfde principes en aanpak. Leerkrachten staan er daardoor veel minder alleen voor. Bovendien wordt altijd eerst samen gekeken: kunnen wij dit kind bieden wat nodig is?

Soms is het voor een school niet mogelijk om voor een leerling te bieden wat nodig is om goed van het onderwijs te kunnen profiteren. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn. Dat betekent niet dat het inclusievere onderwijs op die school niet lukt, maar niet tot elke prijs. Je moet altijd blijven bekijken of je echt kunt bieden wat een specifiek kind nodig heeft. Soms is een plaatsing in het speciaal onderwijs dan toch beter voor het kind.

We kunnen zeggen dat het geschikt maken van het onderwijs voor leerlingen met andere ondersteuningsbehoeften niet betekent het omlaag halen van de eisen en verwachtingen. Het gaat om het aanpassen van de leeromgeving en de didactische -en pedagogische benadering en de extra leerondersteuning. Over het algemeen gaan de prestaties van leerlingen die in andere situaties naar het speciaal onderwijs zouden gaan in een reguliere school omhoog. Ook andere leerlingen leren over het algemeen meer/beter in een inclusievere omgeving, doordat er meer onderlinge steun wordt geboden en geleerd wordt van elkaar. Bovendien zijn de teams op deze scholen vaak bewuster bezig met hun pedagogische- en didactische aanpak.

  • Hoe hebben jullie aan de verdere ontwikkeling van vakmanschap gewerkt (scholing, coaching, begeleiding?
  • Hoe gaat dit gedachtengoed verder richting het voortgezet onderwijs?
  • Hoe worden ouders betrokken en ingezet?
  • Welke schaalgrootte heb je nodig om dit te realiseren. Kan dit ook op een kleine school van b.v. 90 leerlingen?
Naar top van de pagina