Publicaties van In1school en Defence for Children

Gevolgen VN-Verdrag Handicap voor het Nederlands onderwijssysteem

Het VN-Mensenrechtenverdrag Handicap kan binnen afzienbare tijd (2015) worden ingevoerd in Nederland. Dit rapport gaat in op het VN-verdrag: de voorgeschiedenis, de verhouding met andere geldende internationale verdragen, de afzonderlijke artikelen en de implicaties ervan voor Nederland, meer in het bijzonder de implicaties voor het Nederlandse onderwijssysteem.

Volgens de Nederlandse regering verhoudt de huidige wetgeving en onderwijspraktijk zich goed met het verdrag. Het net van kracht geworden systeem van Passend Onderwijs zou goed genoeg zijn om te voldoen aan de plicht te zorgen dat elke leerling met een beperking goed onderwijs en adequate ondersteuning krijgt. De uitkomsten van beleid tot nu toe geven aanleiding tot vragen op dat punt. Het rapport uit 2015 komt tot de conclusie dat op belangrijke punten hiaten zijn tussen VN-Mensenrechtenverdrag Handicap en de Nederlandse onderwijspraktijk.

Naar inclusief onderwijs als een mensenrecht

Staten zijn wettelijk verplicht zorg te dragen voor toegankelijk, inclusief onderwijs voor alle lerenden. Het uitsluiten van een kind van onderwijs is een schending van het internationale recht en een inbreuk op de mensenrechten, blijkt uit een juridische analyse van In1school in 2015.

Kinderen met een beperking worden nog steeds ondergebracht in klassen voor speciaal onderwijs of worden anderszins uitgesloten van onderwijs. Dit terwijl staten wettelijk verplicht zijn zorg te dragen voor toegankelijk, inclusief onderwijs voor alle lerenden. Het uitsluiten van een kind van onderwijs is een schending van het internationale recht en een inbreuk op de mensenrechten.
Het bieden van inclusief onderwijs is een internationaalrechtelijke verplichting. Maar het is ook hét middel om onderwijs toegankelijk te maken voor kinderen met een handicap.

Dit rapport bevat een juridische analyse van het recht op onderwijs, in het bijzonder inclusief onderwijs, krachtens het VN-Kinderrechtenverdrag en het VN-Mensenrechtenverdrag Handicap. Daarnaast bevat het rapport bevat aanbevelingen over het recht op inclusief onderwijs.

Het recht op inclusief onderwijs in de jurisprudentie

Op basis van het onderzoek van zelfstandig adviseurs Jacqueline Schoonheim en Jacky Nieuwboer naar de Nederlandse rechtspraak over onderwijs voor kinderen met een beperking, heeft In1school een overzicht gemaakt van de jurisprudentie in Nederland (van basisschool tot en met hoger onderwijs). Onderzoek naar jurisprudentie uit andere landen en op internationaal niveau heeft veel voorbeelden opgeleverd van jurisprudentie over dit onderwerp. Op basis van deze jurisprudentie is een analyse gemaakt van de rol en invloed van mensenrechtenverdragen op zaken over inclusief onderwijs en/of toegang van leerlingen met een beperking tot het regulier onderwijs.

Met dit onderzoek uit 2015 wil In1school inzicht krijgen in de nationale en mondiale jurisprudentie over het recht op inclusief onderwijs, zoals vastgelegd in het VN-Mensenrechtenverdrag Handicap en het VN-Kinderrechtenverdrag.

Mijn, jouw of onze school?

In het rapport 'Mijn, jouw of onze school' wordt het recht op inclusief onderwijs in Nederland getoetst aan het VN-Mensenrechtenverdrag Handicap. Discriminatie op grond van handicap is onderdeel van wetgeving die eigenlijk discriminatie behoort te verbieden. Die conclusie trekken mr. drs. J.H. Kruseman en Prof. mr. C.J. Forder. Zij maakten voor in1school een juridische analyse van het VN-Mensenrechtenverdrag Handicap (VRPH) en de Nederlandse wetgeving.

De analyse van Kruseman en Forder van 2016 focust op artikel 24 van het VN-Mensenrechtenverdrag. Dit artikel codificeert het recht op onderwijs als een recht op inclusief onderwijs: een onderwijssysteem waarin de behoeften van alle leerlingen en studenten centraal staan en waarin geen groepen mensen uitgesloten mogen worden van regulier onderwijs. De erkenning van de menselijke waardigheid en waarde van een ieder staat hierbij centraal. Die erkenning gaat hand in hand met de erkenning dat een ieder drager van rechten is, waarbij het hebben van een handicap geen grond is voor het maken van onderscheid. Dat uitgangspunt is met de totstandkoming van het VN-Mensenrechtenverdrag nu positief recht geworden, ook in Nederland, schrijven Kruseman en Forder. Wat de consequentie hiervan is voor het recht op onderwijs en het onderwijs in Nederland, beschrijven zij in hun studie getiteld 'Mijn, jouw of onze school'.

Naar top van de pagina